Zie hier een artikel op de site van de consumentenbond over het instemmen met het wetsvoorstel tot wijziging van artikel 13 Zorgverzekeringswet. Hiermee krijgen zorgverzekeraars de mogelijkheid om vanaf 2016 geen vergoeding meer te betalen aan verzekerden, wanneer die naar een zorgaanbieder gaan die geen contract heeft met hun zorgverzekeraar.
Archief voor juni 2014
17-06-2014| Zorgvisie over de Eindrapportage Overheveling
Lees hier een artikel van Zorgvisie over de Eindrapportage en wat Carin Uyl-de Groot, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit hierover zegt.
Minister stopt met overheveling dure medicijnen
Ziekenhuizen schrijven uit kostenoverwegingen soms minder of goedkopere medicijnen voor dan artsen medisch noodzakelijk achten. Vanwege dit onbedoelde neveneffect heeft minister Edith Schippers van VWS besloten de overheveling van andere dure medicijnen naar ziekenhuizen voorlopig op te schorten.
Minister stopt met overheveling dure medicijnen
Ten minste tientallen patiënten, onder wie kinderen, hebben het afgelopen jaar op niet-medische gronden van medicijnen moeten wisselen. Dat schrijft de Volkskrant. Het probleem is aan het licht gekomen na onderzoek van de Stichting Eerlijke Geneesmiddelenverdeling (EGV), dat in opdracht van de minister is verricht. De minister noemt de resultaten van het onderzoek zorgwekkend. Ze deelde het rapport al op 15 mei met de Tweede Kamer. ‘Een voorschrijver dient altijd conform de stand van de wetenschap en de praktijk van de geneesmiddelen te kunnen voorschrijven’, aldus de minister. ‘Duur waar het moet, goedkoop waar het kan.’
Overheveling dure medicijnen
Schippers hevelde de bekostiging van enkele kankermedicijnen, groeihormonen en ontstekingsremmers voor onder meer reumapatiënten per 1 januari 2013 over van de reguliere apotheken naar de ziekenhuisbudgetten. De maatregel moest leiden tot kwalitatief betere zorg tegen lagere kosten. De patiënt mocht niets van de overheveling merken. Nu dit laatste wel het geval lijkt, heeft Schippers overheveling van een aantal andere dure geneesmiddelen vanaf 1 januari 2015 opgeschort.
Kwaliteit verslechtert
‘De minister maakt een terechte pas op de plaats’, zegt Carin Uyl-de Groot, hoogleraar evaluatie van de gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit. ‘We hebben geen enkel zicht op welke medicijnen ziekenhuizen voorschrijven tegen welke kosten.’ Ziekenhuizen splitsen in hun jaarverslag hun kosten per medicijn niet uit. Uyl: ‘We zien de kwaliteit van de zorg voor patiënten verslechteren zonder te weten of de beoogde besparingen worden behaald.’ De overheveling treft onder anderen kinderen met groeistoornissen. In 37 procent van de gevallen noemde de arts de kosten (16 duizend euro per jaar) expliciet als reden voor de overstap.
Variatie tussen ziekenhuizen
‘Het maakt voor de behandeling die je krijgt echt verschil naar welk ziekenhuis je gaat’, zegt Uyl. Hoeveel patiënten werkelijk op niet-medische gronden dure geneesmiddelen worden onthouden is nooit onderzocht, maar Uyl spreekt van een structureel probleem. ‘Op basis van de omzetcijfers van farmaceuten hebben we eerder al een grote variatie in voorschrijfgedrag van ziekenhuizen vastgesteld.’
17-06-2014| BNR interview met Nicole Kien namens Stichting EGV
Beluister hier het interview dat Nicole Kien namens de Stichting EGV gaf bij BNR nieuwsradio.
17-06-2014| NOS: Patiënt krijgt niet altijd beste pil
Zie hier een artikel van de NOS over patiënten die niet altijd het medicijn krijgen dat door hun arts wordt voorgeschreven.
dinsdag 17 jun 2014, 09:36 (Update: 17-06-14, 17:07)
Ziekenhuizen zochten naar goedkope geneesmiddelen
Patiënten krijgen niet altijd het medicijn dat door hun arts wordt voorgeschreven. Ziekenhuizen kiezen soms zelf voor een goedkopere variant, terwijl de duurdere beter is. Dat geldt vooral voor reuma- en kankerpatiënten en ook mensen die behandeld worden met groeihormonen krijgen niet altijd het juiste middel.
Dat blijkt uit een onderzoek van de Stichting Eerlijke Geneesmiddelenverdeling (EGV) in opdracht van minister Schippers.
Sinds 1 januari vorig jaar moeten ziekenhuizen sommige medicijnen zelf betalen en gaat dat niet meer via de apotheken. Ze krijgen daarvoor wel extra geld, maar het nieuwe systeem leidt ertoe dat ze op zoek gaan naar goedkopere alternatieven.
Laatste stand
Minister Schippers is geschrokken van de uitkomst van het onderzoek. Een arts moet altijd volgens de laatste stand van de wetenschap medicijnen kunnen voorschrijven, vindt Schippers. Dan moet niet worden gelet op de kosten.
Als een duurder medicijn beter is, moet het ziekenhuis daarvoor kiezen. “Duur waar het moet, goedkoop waar het kan”, zegt de minister in de Volkskrant.
Reactie VWS
Minister Schippers heeft naar aanleiding van het onderzoek besloten ‘om pas op de plaats te maken’ met de overheveling van dure geneesmiddelen naar het ziekenhuisbudget. Het beleid gaat wel door, maar in een lager tempo, licht een woordvoerder van de minister toe. De minister is tot dat besluit gekomen omdat op sommige plekken problemen zijn ontstaan.
Zo zijn er volgens de minister signalen dat patiënten soms om niet-medische redenen overgezet worden op een ander medicijn. In 2015 worden daarom alleen een paar kankermedicijnen overgeheveld naar de ziekenhuizen, omdat daar al mee begonnnen was. Hoe het verder zal gaan met de dure geneesmiddelen hangt af van een nieuw onderzoek dat de minister nog in 2014 begint.
17-06-2014| Volkskrant: Patiënt krijgt om financiële redenen soms ander medicijn dan arts wenst
Zie hier een artikel van de Volkskrant over dat ziekenhuizen uit kostenoverwegingen soms minder of goedkopere medicijnen voorschrijven dan artsen medisch noodzakelijk achten.
Patiënt krijgt om financiële redenen soms ander medicijn dan arts wenst
Door: Sander Heijne − 17/06/14, 06:47
© ANP. Ziekenhuizen schrijven uit kostenoverwegingen soms minder of goedkopere medicijnen voor dan artsen medisch noodzakelijk achten.
Ziekenhuizen schrijven uit kostenoverwegingen soms minder of goedkopere medicijnen voor dan artsen medisch noodzakelijk achten. Ten minste tientallen patiënten, onder wie kinderen, hebben het afgelopen jaar op niet-medische gronden van medicijnen moeten wisselen.
We hebben geen enkel zicht op welke medicijnen ziekenhuizen voorschrijven tegen welke kosten.
© anp.
Schippers hevelde de bekostiging van enkele medicijnen per 1 januari 2013 over van de reguliere apotheken naar de ziekenhuisbudgetten.
Vanwege dit onbedoelde neveneffect heeft minister Schippers van Volksgezondheid besloten de overheveling van andere dure medicijnen naar ziekenhuizen voorlopig op te schorten.
Het probleem is aan het licht gekomen na onderzoek van de Stichting Eerlijke Geneesmiddelenverdeling (EGV), dat in opdracht van de minister is verricht. De minister noemt de resultaten van het onderzoek zorgwekkend. Ze deelde het rapport al op 15 mei met de Tweede Kamer. ‘Een voorschrijver dient altijd conform de stand van de wetenschap en de praktijk van de geneesmiddelen te kunnen voorschrijven’, aldus de minister. ‘Duur waar het moet, goedkoop waar het kan.’
Overheveling
Schippers hevelde de bekostiging van enkele kankermedicijnen, groeihormonen en ontstekingsremmers voor onder meer reumapatiënten per 1 januari 2013 over van de reguliere apotheken naar de ziekenhuisbudgetten. De maatregel moest leiden tot kwalitatief betere zorg tegen lagere kosten. De patiënt mocht niets van de overheveling merken. Nu dit laatste wel het geval lijkt, heeft Schippers overheveling van een aantal andere dure geneesmiddelen vanaf 1 januari 2015 opgeschort.
‘De minister maakt een terechte pas op de plaats’, zegt Carin Uyl-de Groot, hoogleraar evaluatie van de gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit. ‘We hebben geen enkel zicht op welke medicijnen ziekenhuizen voorschrijven tegen welke kosten.’ Ziekenhuizen splitsen in hun jaarverslag hun kosten per medicijn niet uit. Uyl: ‘We zien de kwaliteit van de zorg voor patiënten verslechteren zonder te weten of de beoogde besparingen worden behaald.’
De overheveling treft onder anderen kinderen met groeistoornissen. In 37 procent van de gevallen noemde de arts de kosten (16 duizend euro per jaar) expliciet als reden voor de overstap.
‘Het maakt voor de behandeling die je krijgt echt verschil naar welk ziekenhuis je gaat’, zegt Uyl. Hoeveel patiënten werkelijk op niet-medische gronden dure geneesmiddelen worden onthouden is nooit onderzocht, maar Uyl spreekt van een structureel probleem. ‘Op basis van de omzetcijfers van farmaceuten hebben we eerder al een grote variatie in voorschrijfgedrag van ziekenhuizen vastgesteld.’
Het rapport van de EGV geeft patiënten een nodeloos onveilig gevoel.
Financieel belemmerd
In een enquête stelt 30 procent van de oncologen en 50 procent van de hemato-oncologen om financiële redenen weleens belemmerd te zijn bij het voorschrijven van door hen medisch noodzakelijk geachte medicijnen.
‘Het gaat hierbij in vrijwel alle gevallen om geneesmiddelen die ofwel niet zijn geregistreerd ofwel niet gangbaar zijn bij de gestelde indicatie’, zegt de Leidse oncoloog Hans Gelderblom, voorzitter van de beroepsvereniging van oncologen NVMO. ‘In Nederland hebben we kankerpatiënten tot nu toe alle middelen kunnen geven waarop ze recht hebben.’ Bij ongewijzigd beleid worden oncologen in de toekomst mogelijk gedwongen zelf pijnlijke financiele afwegingen te maken over de middelen die ze patiënten wel of niet kunnen voorschrijven, zegt Gelderblom.
‘Het rapport van de EGV geeft patiënten een nodeloos onveilig gevoel’, stelt de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) in een schriftelijke reactie. De NVZ spreekt met reumatologen en (hemato)oncologen om de omvang van het probleem in kaart te brengen. Wel erkent de NVZ de fouten bij het verstrekken van groeihormonen. ‘We weten dat er bij kinderen problemen spelen’, aldus de verklaring.
12-06-2014| Antwoorden op kamervragen voorschrijven groeihormoon
Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over het voorschrijven van groeihormonen. (2014Z10009)
1
Wat is uw oordeel over de brief die het Radboud universitair medisch centrum aan zijn patiënten die groeihormonen gebruiken heeft gestuurd waarbij het aangeeft dat om niet-medische redenen patiënten gedwongen worden van medicijnen te switchen? 1)2)
Antwoord:
De keuze welk geneesmiddel een patiënt nodig heeft is voorbehouden aan de behandelende arts. Voorschrijvers dienen zich hierbij in beginsel te houden aan de behandelrichtlijnen van de eigen beroepsgroep. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de voorschrijver zelf.
Het standpunt van College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) ten aanzien van groeihormonen en de overige biologische geneesmiddelen (waaronder biosimilars) is als volgt:
“De behandelend arts moet bij een overgang van het ene naar het andere biologische geneesmiddel betrokken zijn. Omdat de biologische producten niet per definitie identiek zijn, is het van groot belang dat te allen tijde te traceren is welk product een patiënt heeft gekregen, zeker in geval er een vermoeden bestaat van een oorzakelijk verband met een opgetreden bijwerking.
Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen is van mening dat:
• Nieuwe patiënten met een biosimilar behandeld kunnen worden.
• Patiënten zo veel mogelijk op een biologisch geneesmiddel moeten worden gehouden als ze daar klinisch goed op reageren wat betreft werkzaamheid en bijwerkingen.
• Ongecontroleerde – dit wil zeggen zonder adequate klinische monitoring – uitwisseling tussen biologicals (onafhankelijk of het hier innovator producten of biosimilar geneesmiddelen betreft) moet worden vermeden.
• Wanneer er toch uitwisseling plaatsvindt, in het patiëntendossier op detailniveau (product en batch) informatie moet worden vastgelegd, zodat bij mogelijke problemen traceerbaarheid van het product geborgd is.”
Beroepsbeoefenaren dienen ten aanzien van biologische geneesmiddelen te handelen conform hetgeen het CBG bovenstaand aangeeft.
De Handleiding Geneesmiddelensubstitutie (juni 2013) van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP) geeft het volgende ten aanzien van substitutie van biosimilars aan:
“Evenals bij substitutie van gewone middelen geldt dat substitutie alleen met toestemming van voorschrijver en patiënt kan plaatsvinden, dat de ernst van de aandoening of het gegeven dat de instelling van de behandeling zeer nauw luistert een reden kan zijn om niet te substitueren ook al zijn er wetenschappelijk gezien geen problemen te verwachten en dat er niet frequent moet worden
gesubstitueerd.”
Het Radboud Universitair Medisch Centrum heeft haar patiënten zowel schriftelijk (via een brief) als mondeling tijdens een bezoek aan de behandelend arts (in het kader van de behandelovereenkomst) voorgelicht over het switchen naar een ander groeihormoon.
Uit navraag bij het Radboud Universitair Medisch Centrum blijkt dat de patiënten, die om bepaalde redenen niet kunnen switchen naar een ander groeihormoon, op hun huidige groeihormoon ingesteld blijven. Het Radboud Universitair Medisch Centrum heeft met het switchen beoogd om de kwaliteit van de behandeling voor de patiënt te behouden en een doelmatigheidsslag te maken.
2
Hoe verhoudt deze handelwijze zich tot de afspraken en richtlijnen dat switchen bij het gebruik van groeihormonen om niet-medische redenen niet wenselijk is? Is dit niet in strijd met het ook door u verwoorde standpunt dat switchen om niet-medische redenen een ‘zorgwekkende’ constatering is? 3)
Antwoord:
Ik ga ervan uit dat artsen voorschrijven conform de geldende behandelrichtlijnen. De IGZ houdt toezicht op het voorschrijfgedrag van artsen conform de geldende behandelrichtlijnen. Ik geef in mijn brief ten aanzien van de overheveling aan (Kamerstukken II 2013-2014, 29 248, nr. 269) dat het signaal zorgwekkend is dat voorschrijvers zich onder druk gezet voelen om te switchen naar andere geneesmiddelen vanwege budgetdruk. Ik ben van mening dat het switchen van geneesmiddelen niet mag leiden tot kwaliteitsverlies van een behandeling. Artsen dienen immers verantwoorde zorg te leveren.
3
Is het waar dat ook andere Universitair Medische Centra (UMC’s) hiertoe overgaan of zijn overgegaan? Kunt u aangeven wat het beleid is in de acht UMC’s op het terrein van de behandeling van aandoeningen met groeihormonen?
Antwoord:
Het is mij niet bekend dat de andere Universitair Medische Centra ook deze werkwijze hanteren of gaan hanteren. Ik wil nogmaals benadrukken dat het de verantwoordelijkheid van de voorschrijver is om zich te houden aan de geldende behandelrichtlijnen.
4
Gaat u bewerkstelligen dat deze handelwijze wordt teruggedraaid? Zo nee, waarom niet?
Antwoord:
Nee, het betreft de keuze en de verantwoordelijkheid van de voorschrijver.
5
Hebben patiënten bij behandeling met groeihormonen recht op een naaldloze behandeling? Dient elk ziekenhuis die deze behandeling aanbiedt een assortiment aan groeihormonen te hebben dat zowel preparaten die met een naald worden toegediend als naaldloze preparaten omvat?
Antwoord:
De patiënt heeft aanspraak en recht op verantwoorde zorg overeenkomstig de stand van de wetenschap en de praktijk, zoals onder andere vastgelegd in behandelrichtlijnen. Een patiënt heeft aanspraak op een passende behandeling. Een ziekenhuis dient altijd verschillende geneesmiddelen en hulpmiddelen beschikbaar te hebben, omdat er altijd patiënten kunnen zijn die, vanuit medische noodzaak, een ander geneesmiddel en/of hulpmiddel nodig hebben voor een juiste behandeling.
6
Is de huidige financiering van groeihormonen na de overheveling adequaat? Kunt u aangeven hoe de financiering nu precies is geregeld en of deze financiering voorkomt dat ziekenhuizen onevenredig verlies lijden wanneer zij veel patiënten behandelen die groeihormonen nodig hebben?
Antwoord:
Vanuit macro-perspectief is er voldoende budget beschikbaar voor groeihormonen. Daarnaast heeft de Nederlandse Zorgautoriteit voor alle groeihormonen een add-on als declaratietitel vastgesteld. Het budget voor een individueel ziekenhuis komt tot stand door onderhandelingen tussen zorgverzekeraars en ziekenhuizen.
Het is voor ziekenhuizen soms lastig de budgetten die zij ontvangen van zorgverzekeraars op de juiste manier intern te verdelen en daarnaast ontbreekt soms de kennis bij voorschrijvers over de bekostiging. Hierdoor kunnen voorschrijvers het idee krijgen dat zij vanwege budgetkrapte (dure) geneesmiddelen niet meer mogen voorschrijven. Dat mag niet het geval zijn. Een voorschrijver dient altijd conform de stand van de wetenschap en de praktijk geneesmiddelen te kunnen voorschrijven. Duur waar het moet, goedkoop waar het kan. Voorschrijven conform behandelrichtlijnen en medische noodzaak gaat altijd voor financiële (budget) afspraken.
7
Zou het niet wenselijk zijn om bij een dergelijk gespecialiseerd medicijngebruik waarbij slechts een beperkt aantal patiënten is betrokken – in dit geval ongeveer 3500 patiënten – over te gaan naar een systeem van centrale landelijke inkoop van medicijnen waarbij de rechten van patiënten in het hele land in gelijke mate geborgd zijn en dit niet afhankelijk wordt gemaakt van het handelen van individuele ziekenhuizen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit realiseren?
Antwoord:
Nee, het past niet in het zorgstelsel dat wij met elkaar in Nederland hebben. Ik zie een farmaceutische behandeling met geneesmiddelen niet anders dan een andere behandeling. Het moet een integraal onderdeel van elkaar zijn. Het systeem waarmee er in Nederland geneesmiddelen worden ingekocht, moet niet afwijken van het systeem waarmee de rest van de zorg in Nederland wordt ingekocht.
12-06-2014| Twaalf patiëntenorganisaties lanceren vandaag de Arbeidsparticipatietool
Gratis app voor onwetende werkgever
Amsterdam – 12 juni 2014. Twaalf patiëntenorganisaties lanceren vandaag de Arbeidsparticipatietool: een site en een app die de arbeidspositie van mensen met een (chronische) aandoening versterkt. Volgens de patiëntenorganisaties is dit hard nodig. Niet meer dan 30 procent van de mensen met een aandoening heeft een betaalde baan.
Mark de Groot, Belangenvereniging van kleine mensen: ‘Door onbekendheid en vooroordelen over de aandoening bij werkgevers en omdat er voldoende kandidaten zonder beperking voorhanden zijn, vallen deze mensen bij selectieprocedures vaak als eerste af.’
De site en de app zijn zo ontwikkeld dat werkgevers en mensen met een chronische aandoening of handicap, snel de informatie kunnen vinden die relevant is voor de betreffende beperking en de werksituatie. Stichting September denkt met de Arbeidsparticipatietool veel onbekendheid en koudwatervrees bij werkgevers te kunnen wegnemen, of problemen op de werkvloer te voorkomen: ‘Door onwetendheid van werkgevers komt het gesprek tussen werkgever en werknemer vaak niet goed op gang. De Arbeidsparticipatietool geeft werkgevers snel en effectief inzicht in een chronische aandoening. Zo weet de werkgever beter hoe hij met een chronisch zieke werknemer om kan gaan en geeft het oplossingen op de werkvloer. Hiermee wordt de arbeidsparticipatie vergroot, of wordt onnodig verzuim of ontslag voorkomen.’
Lees hier verder over de gevolgen, oorzaken en de oplossing: www.stichtingseptember.nl/arbeidsparticipatietool.
04-06-2014| Advocaat Spong bekritiseert afschaffen vrije artsenkeuze
Advocaat Spong bekritiseert afschaffen vrije artsenkeuze
Gerard Spong uit woensdag 4 juni in Nieuwspoort zijn kritiek op het voornemen om vrije artsenkeuze af te schaffen. De bekende advocaat stelt dat vrije artsenkeuze een grondrecht is. Minister Schippers van Volksgezondheid wil zorgverzekeraars meer macht geven, waardoor consumenten niet meer zelf kunnen bepalen naar welk ziekenhuis ze gaan en door welke arts ze zich laten behandelen. Binnenkort debatteert de Tweede Kamer over het afschaffen van vrije artsenkeuze.
Zie hier het hele artikel.