Het gebruiken van groeihormoon
Een groeihormoonbehandeling duurt meerdere jaren, meestal tot het kind ver in de tienertijd is en werkt het beste als je er zo jong mogelijk mee begint. In ieder geval vóór de puberteit. Het groeihormoon moet men iedere dag toedienen vlak onder de huid.
Je kunt niet meer groeien als de zogenaamde “groeischijven” aan het uiteinde van de botten zijn dichtgegroeid. Dit zijn schijven van kraakbeen (heel zacht bot), waaruit het harde bot groeit. Naarmate je ouder wordt, veranderen die kraakbeenschijven in hard bot en dan ben je uitgegroeid. Het moment waarop iemand is uitgegroeid verschilt per kind. Meestal zijn meisjes wat eerder uitgegroeid dan jongens.
Regelmatig meten
Tijdens een groeihormoonbehandeling moet de patiënt regelmatig gemeten worden door een dokter. De voortgang wordt bijgehouden in een groeicurve, waarop te zien is hoe groot je op een bepaalde leeftijd zou moeten zijn en hoeveel centimeters je per jaar zou moeten groeien.
In het eerste jaar van de behandeling zal het aantal centimeters dat het kind groeit twee keer zo snel zijn als het jaar daarvoor. Dit komt omdat de achterstand die is opgelopen eerst wordt ingehaald. We noemen dit inhaalgroei. Daarna zal het kind ongeveer net zo hard groeien als kinderen die geen tekort aan groeihormoon hebben. Uiteindelijk wordt er dan ook een normale volwassen eindlengte bereikt.
Toedienen van groeihormoon
Omdat de hoeveelheid groeihormoon in het bloed ’s nachts het hoogst is, worden de injecties bij voorkeur ‘s avonds voor het slapengaan gegeven. Op deze manier wordt de natuurlijke situatie het best benaderd.
Hoe lang moet groeihormoon worden gebruikt?
Als een kind is uitgegroeid en minder dan een halve centimeter per jaar groeit, wordt bekeken of de behandeling gestopt kan worden. Het kind heeft dan geen groeihormoon meer nodig om groter te worden. Voor het lichaam is groeihormoon echter een leven lang onmisbaar. Een volwassene maakt veel minder groeihormoon aan, maar heeft dat we nodig voor de energiehuishouding en om de balans tussen vet en spieren goed te houden. Blijkt dat de hypofyse nog altijd geen groeihormoon aanmaakt en geeft dit klachten dan wordt met de kinderarts of internist besproken of het toedienen van groeihormoon moet worden hervat. Ongeveer 30% van de kinderen die behandeld zijn met groeihormoon, moeten als volwassene ook groeihormoon gebruiken.